Preek bij 1 Timoteus 3 : 1-7 en 13-16 van Ds. T. Bouw
Zondag 6 september 2020
Protestantse Gemeente Zaltbommel bijeen in de Sint Maartenskerk
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Altijd is Kortjakje ziek
midden in de week
maar zondags niet
zondags gaat zij naar de kerk
met een boek vol zilverwerk
Altijd is Kortjakje ziek
midden in de week
maar zondags niet.
Een oud liedje dat herinnert
aan oude tijden
waarin de kerk een vaste plaats innam
Maar het kan nog ouder
zo leren we uit de Bijbel.
Ambtsdragers zoals wij die kennen
met dominees, ouderlingen en diakenen
waren er nog niet,
maar mensen die een taak kregen
en samen ook leiding
moesten geven
waren er wel degelijk, de ‘’opzieners’’.
Het zijn die mensen die in de brief
aan Timotheüs bedoeld worden.
Leiding mogen geven is niet niks
en daarom krijgt Timoteüs het advies
om wél de nodige criteria aan te houden,
we hebben het gehoord.
Eerlijk gezegd kan het behoorlijk vervreemdend werken
zo’n stuk uit zo’n oude brief.
Andere tijden zijn het, en de dames komen er bekaaid van af..
Maar blijft staan dat zowel mannen als vrouwen
wel geschikt moeten zijn voor hun taak, ook in hun eigen belang,
dat het past bij je talent.
Zij moeten onder andere hun eigen huisgezin goed kunnen leiden,
zegt Paulus hier.
En dat is een interessant woord!
Er staat hier eigenlijk ‘hun huis’, hun ‘huishouden’.
Een huishouden in klassieke zin is dat hele bedrijf van gezinsleden,
familieleden, personeelsleden, woningen
en gebouwen, land en vee, dat georganiseerd en gerund zal moeten worden.
Wie er daar een zooitje van maakt, van zo’n huishouden,
is ook niet geschikt
om leiding te geven aan de gemeente
en draagt niet bij aan haar geloofwaardigheid.
Daar kun je van alles bij denken, maar
mooi is dat het er dus toe doet
hoe het er thuis aan toe gaat;
onze huishoudens zijn kleiner
soms met één persoon, minder bedrijfsmatig
maar doen er enorm veel toe.
Het gaat toch om die basale
vorm van leven en samen-leven
waarin wij van elkaar leren
elkaar in tranen kunnen brengen
en kunnen troosten,
opvoeden en verzorgen.
En ja, daarbij gaat het ook
om je letterlijke huis,
je woning,
je kamer en je keuken,
je was en je eten,
de bloemen en het balkon,
de financiën en de regeldingen,
je huishouden dus.
Dat is niet minderwaardig, dat doet er toe.
Zo zeer zelfs dat het model
mag staan voor de kerk,
voor het huis
en het huishouden van God.
Niet
dat jouw huishouden
een modelhuishouden moet zijn
je huwelijk een modelhuwelijk
en je kinderen modelkinderen.
Dat glazen-huis-idee
heeft al veel te veel schade aangericht.
De verantwoordelijke
vrouwen en mannen in de kerk
mogen zich echter wel realiseren
dat je verantwoordelijkheid en zorg
voor je eigen huis
even zwaar telt
als de verantwoordelijkheid en zorg
voor het huis van God.
Je werk voor het huis van God
mag nooit ten koste gaan
van je eigen huis.
Dat mensen dat niet begrepen
is maar één van de problemen
waar Timoteüs tegen aan loopt.
Het zijn er nogal wat:
twist, laster, leugens,
spirituele en seksuele uitspattingen…
Laten we ons eventuele romantische ideale kerkbeeld
van die eerste dagen dus maar gauw bijstellen.
Nu doet Paulus niet aan ideaal-beelden.
Hij heeft wel een geloofs-beeld voor de kerk.
En dat beeld heeft bij hem een naam
de mooie Griekse naam ekklesia.
Ekklesia is bij hem niet alleen
die kleinere of grotere
plaatselijke kerk of gemeente.
Ekklesia staat ook voor
de gemeente in zijn geheel in
een bepaald gebied
en zelfs voor
alle gemeenten gezamenlijk
de ene ekklesia van de ene God in de ene wereld.
Die ene ekklesia kent veel verschijningsvormen
toen en ook nu
in eigen huis, plaatselijk, classicaal, landelijk en wereldwijd
oecumenisch, evangelisch, protestants, katholiek,
digitaal en in levende lijve, op zondag en door de week,
in kleine ontmoetingen of grote evenementen..
Onze persoonlijke beleving daarbij kan variëren
van warm tot uiterst ijzig
maar :
het is alles
ekklesia
en die overtuiging
drijft Paulus in zijn arbeid
Want ekklesia brengt ons terug
naar die oeroude betekenis:
het gaat niet om mensen
die elkaar uitkiezen
of vinden in een gemeenschappelijke hobby;
het gaat om mensen die
hoe dan ook
door God zelf
bijeen geroepen worden.
Dat betekent het letterlijk : bijeen geroepenen.
Ekklesia staat voor
de uit de inwoners van de wereld
bijeengeroepen burgers
van het Koninkrijk van God.
Er is dus veel meer
ekklesia
veel meer kerk of gemeente
dan wij zien en denken;
er zijn veel meer burgers
van Gods Koninkrijk dan er kerkmensen zijn -
van die mensen die dichtbij Christus leven
zonder hem te belijden,
mensen die in de Geest van waarheid leven
zonder van de Geest te zingen
We moeten niet te min denken van die ekklesia,
zegt Paulus,
en we mogen dus nooit te min denken
van onze eigen gemeente
ook volop ekklesia
het is niet minder
dan
het fundament
en de pijler, of de zuil
van de waarheid,
horen we hier.
Dat klinkt stevig, en dat is het ook
maar het is niet dicht getimmerd
Want er is tegelijk sprake
van het grote mysterie van het geloof.
Voor de christelijke gemeente is Jezus
het geheim in eigen persoon,
wat voor christologie we er ook op nahouden,
of we nou veel of weinig met Jezus hebben.
Zelfs de grote systematicus en preker Paulus
wordt een dichter en zanger
als hij dichtbij
dat geheim wil komen
en hij noemt de naam
van Jezus of Christus juist niet.
Wat een mooie dubbelheid!
Dubbelheid kwam ook in ons voorgesprek voor vandaag
naar voren.
Zo deelden we hoe je in de nuchtere oproep vanuit de gemeente
tegelijk óok de roepstem van God zelf kunt vernemen.
In ons voorgesprek deelden we ook
waar we aan dachten bij het woord ‘’ambt’’.
Ook daar die dubbelheid :
aan de ene kant iets gewoons, een taak, een functie,
iets wat past bij jouw talent,
verantwoordelijkheid nemen en krijgen,
aan de andere kant iets bijzonders,
iets dat ook symbool staat voor het geheim van die ekklesia
dat huishouden van onze God
waarin het stokje vanaf het begin wordt overgedragen
en jij nu voor een tijdje dat stokje mag dragen;
‘’ambt’’ of hoe het in alle verschillende kerken ook heet
vertelt dat bijzondere verhaal,
houdt het ook niet voor zichzelf
maar beweegt zich net als
alle andere ambten in de samenleving
in de openbaarheid, in het publieke leven.
In geloof gaan overtuiging en vast vertrouwen
dus hand in hand met mysterie en verlangend zoeken.
En dat is zichtbaar in de bouw van het huis, de kerk.
Er ligt een stevig fundament, er staan ijzersterke pilaren, aldus 1 Timoteus.
Maar …. over muren wordt niet gesproken.
En dat vind ik mooi.
Het huis dat de kerk is,
is stevig en kwetsbaar open tegelijk;
het biedt een veilig thuis
en iedereen kan er in en uit lopen;
je houdt er zicht op de Eeuwige
en je houdt er altijd het zicht op de wereld;
Want Gods Koninkrijk
strekt zich uit
over heel ons leven
heel onze wereld
heel dat soms merkwaardige
huis en huishouden van God zelf.
Met soms rare kostgangers
zoals de meer oorspronkelijke Kortjakje,
zo ontdekte ik door dat andere liedje:
Kortjakje seer hups en fijn Is de meeste tijd beschonken,
Kortjakje mag geen Brandewijn , Maer het moet Jenever zijn.
Altijd is Kortjakje ziek, Midden in de week en Zondags niet
Dan gaet zy haer hert versterken, Midden in de week wil zy niet werken,
Altijd is Kortjakje ziek. Midden in de week en Zondags niet.
Niet bepaald het keurige kerkse meisje dat wij dachten te kennen.
En toen vroeg ik me bij mezelf af :
Welk van de twee kortjakjes
zou onze Heer
van harte welkom willen
heten in Zijn huis?
Amen.