Afdrukken

Preek op Paasmorgen 2022

bij Johannes 15 : 1 – 8 en Johannes 20 : 11-18

Ds. Trijnie Bouw, Protestantse Gemeente Zaltbommel

 

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

 

Het groenste groen.

De vrolijkste bloesem.

De liefste lammetjes.

De mooiste vogelzang.

De heerlijkste zonnestralen.

Ach, deze tijd!

De mooiste ochtenden.

Telkens een morgen als ooit die eerste,

zo vredig.

 

Maar met dat de dag vordert

ontkom je niet aan dat andere

dat totaal andere

de meest gruwelijke verhalen

de meest onthutsende beelden

iedere ochtend weer

een morgen

zo vol geweld.

 

Hoe is het mogelijk

dat mensen elkaar

dit aandoen?

Hoe kan het

dat de een de ander

het licht in de ogen niet gunt?

Hoe kan het

zo’n schril contrast

met de schoonheid van de natuur?

 

Nou, eerlijk gezegd

is er een verklaring te vinden

in diezelfde natuur.

Wie inzoomt, wie de tijd neemt

om heel goed te kijken

ontkomt er niet aan:

de vogels eten wormen

kleine eendjes worden door reigers opgevreten

jonge zwakke vogeltjes worden uit het nest gestoten -

 

in de natuur woedt voortdurend een strijd

want daar geldt het recht van de sterkte

daar is het eten of gegeten worden

de natuur is niet alleen prachtig,

de natuur is ook wreed

 

En in de natuur van de mensheid

huist wreedheid, heel veel wreedheid.

Niet dat ik geloof dat veel mensen

als brute en wrede sadisten geboren worden,

wel dat onderweg gewone mensen

tot ongekende wreedheid en bruutheid in staat raken.

 

Wie zijn eigen geschiedenis een beetje kent

van heksenvervolging tot slavernij

van het afslachten van inheemse bewoners

tot het ongebreideld wraak nemen op landverraders

van het martelen en vierendelen van ketters

tot het seksueel geweld achter zoveel voordeuren-

wie zijn eigen geschiedenis een beetje kent

mag en moet vandaag de dag ontzet en vooral diep verontwaardigd zijn

maar totale verbazing ?

Een dergelijk gedicht mag niet bestaan,

zei Ilja Leonard Pfeijffer,

nee, maar het bestáat! *)

 

Het onbestaanbare

het onuitstaanbare

het bestaat.

Is dit verhaal van de mensheid

deze kant van de mensheid

niet juist wat ons elk jaar weer

in de aanloop naar Pasen wordt verteld?

 

 

 

 

De keizer die als god wil zijn

De Judassen de Pilatussen

de meelopers, de onmachtigen,

de grote monden, de zwijgers,

dat alles leidt telkens opnieuw

tot

het kruisigen van de onschuld,

het willen vernietigen

van ware schoonheid

pure goedheid.

 

Als mensen hun natuur

zijn gang laten gaan

gebeuren er vreselijke dingen.

 

En precies daarom

moet er gesnoeid worden,

zegt Jezus.

Want als er niet gesnoeid wordt

komen er geen goede vruchten

dat weet elke tuinman,

dat weet deze tuinman.

Als er niet gesnoeid wordt

kan deze aarde

niet de wijngaard zijn

zoals deze bedoeld is.

 

Wie niet alleen zijn eigen geschiedenis

maar ook die van de Bijbel een beetje kent

weet dat dit een terugkerende oproep is.

 

Snoeien!

Weg met de aanbidding van de afgoden,

de aanbidding van natuurlijke machten

als zon en maan en sterren

vruchtbaarheid en potentie

kracht, rijkdom en aanzien.

 

 

 

Snoeien!

Weg met die slappe knieën

weg met eigenbelang

en alles wat opstaan tegen wie kwaad wil

in de weg staat.

 

Snoeien!

Weg met wat nieuw geweld voedingsbodem geeft:

simplistisch vijandsdenken

jezelf vrij pleiten

haat zaaien

wraak nemen.

 

Snoeien!

Weg met rechtvaardiging en sanctionering door christenen,

weg met recht praten van wat altijd krom blijven zal.

 

Snoeien! zegt Jezus.

En dat doet pijn,

dat kost soms ontzettend veel moeite.

Want het liefst zou je er op los slaan,

iedereen die jouw geliefden kwaad deed

het oor afslaan

en het liefst zijn kop.

 

Snoeien! zegt Jezus.

Dat doet pijn, dat kost ontzettend veel moeite.

Want het liefst

zou je je verstoppen

ogen en oren dicht

en je terugtrekken

op een onbewoond eiland

met iedere ochtend

zo’n morgen als ooit de eerste.

 

Snoeien! zegt Jezus.

Want zie, de mens.

Jezus is mens geworden.

Hij is wel goed, maar niet gek.

Hij weet wat de menselijke natuur is.

Hij ervaart aan den lijve waartoe die in staat is.

Hij draagt de last ervan

Hij gaat eraan onderdoor.

Zijn stem tot zwijgen gebracht.

 

‘’Maria!’’

ze schrikt

ze kijkt op

die stem

dat lijkt wel?

maar nee, dat kan niet

dat zou volkomen

tegen-natuurlijk zijn

het zal de tuinman wel zijn

verblind door tranen

kan ze niet helder zien

 

‘’Maria!’’

het is hem wél

niemand kan haar zo aanspreken

zo liefdevol

bij haar eigen naam

als hij

 

op die hele vroege ochtend van de opstanding

in de hof , in de tuin

was het vast een morgen als ooit die eerste

maar pas als Maria wordt aangesproken

gaan haar ogen open

ziet ze ook weer licht en leven

schoonheid en goedheid

 

En in geloof

zeggen we dat dát van belang is

voor ons allemaal

voor ieder mens

 

 

 

we zijn geroepen

we worden aangesproken

door het woord

door Iemand die ons roept

om op te staan en door te gaan

 

 

En wat vraagt die stem?

Heb God lief

en je naaste

als jezelf.

Zo simpel klinkt het,

en soms gaat het ook vanzelf,

maar in slechte of juist succesvolle tijden

is het hard werken

en gaat het tegen je natuur in.

 

Maar wie Jezus volgt

wie door zijn verhaal wordt aangesproken

of je jezelf nou gelovig noemt of niet

wil zich niet laten verblinden door tranen

wil zich niet laten verlammen door angst

wil zich niet laten drijven door wraak

wil zich kortom niet laten leiden

door wat zo menselijk, zo natuurlijk is,

maar niet leidt tot wat goed en mooi en waar is.

 

En wie Jezus volgt

wie door zijn verhaal wordt aangesproken

of je jezelf nou gelovig noemt of niet

die ontdekt dat je dat niet alleen hoeft te doen.

Maria was niet alleen.

Ze had haar mede leerlingen, vrienden en vriendinnen.

Jij bent niet alleen.

Je hebt je makkers, je vrienden en vriendinnen.

Wij zijn niet alleen.

 

 

 

 

Mensen gingen ons voor, mensen gaan ons voor,

en in geloof zeggen we

dat Jezus zelf ons voorgaat

jou ook bij je eigen naam roept

om op te staan

en mee te gaan

tot op de dag vandaag.

Hij is de opgestane, de Levende!

 

Daar kan ik me eerlijk gezegd

van nature bijzonder weinig bij voorstellen,

bij opstanding.

 

Het mooie is dat Jezus dat heel goed snapt.

Daarom gebruikt hij vaak beelden

beelden uit het dagelijks leven

en bij Johannes

beelden uit de natuur

om wat niet gezien kan worden

met het oog van het verstand

toch te zien

met het oog van het hart.

 

Jezus is als de wijnstok,

en wij zijn als de ranken.

Van buiten zie je het niet,

maar ze zijn absoluut verbonden

verbonden door een stroom van leven.

Zo stroomt er ook levendmakende kracht

van hem naar ons en weer terug.

En die kracht, die goddelijke kracht,

heet in geloof de Geest

de Geest van liefde, waarheid en vrede.

Van buiten zie je het niet

maar die Geest ís er wel,

verbindt ons met Jezus, met God

en met elkaar.

Zoals de wijnstok en de ranken.

 

 

Beelden uit de natuur

om ons te helpen

iets van het mysterie

van opstanding en nieuw leven

te begrijpen.

En niet alleen te begrijpen,

maar ook blij van te worden

hoop aan te ontlenen

kracht te krijgen

je niet laten verblinden:

 

want het goede en het schone

het juiste en het ware,

dat zit ook in de natuur

dat zit ook in onze natuur.

Zeker weten!

 

Het was een morgen als ooit de eerste

Met het groenste groen.

De vrolijkste bloesem.

De liefste lammetjes.

De mooiste vogelzang.

De heerlijkste zonnestralen.

 

Heel het leven lijkt te kloppen.

Met een stem die je roept

en noemt bij je naam:

wees niet bang

alles

alles komt goed!

 

Amen

 

 

*)  dit gedicht werd in de dienst vooraf aan het kyrie gelezen,

het gaat als volgt:

 

 

 

 

Ik ken gedichten waarin witte zwanen

bij maneschijn het zwarte water minnen,

de vogels aan hun liefdesnest beginnen

en vlinders dansen tussen de platanen.

 

Vergeet de bloemen niet, het gras, klimop en

de rest van het poëtische tableau.

Ik ken gedichten waarin alles zo mooi rijmt,

dat heel het leven lijkt te kloppen.

 

Maar een gedicht waarin men maan bekrast

en hoop als vogels uit hun nesten schiet,

waarin elk lief als een gestorven zwaan

 

op straat ligt en waarin de vlinders vast-

gebonden en verkracht zijn, ken ik niet.

Een dergelijk gedicht mag niet bestaan.